
We weten dat suiker slecht is. Hierdoor zijn er producten op de markt gekomen die ‘suikervrij’ claimen te zijn. Suikervrij betekent eigenlijk dat er zoetstoffen aan het product zijn toegevoegd om het product alsnog een zoete smaak te geven. Is dit wel verantwoord of is het net zo slecht als de geraffineerde suikers? Welke verschillende zoetstoffen zijn er en wat voor een effect kunnen deze op de gezondheid hebben?
Hoe natuurlijk zijn zoetstoffen?
Vaak wordt er gezegd dat een product gezoet is met natuurlijke zoetstoffen. De term ‘natuurlijk’ wordt erg vaak gebruikt en dat wekt ook het beeld op dat iets gezond is, maar wat is nou precies natuurlijk? Iets is natuurlijk als het regelrecht uit de natuur komt, zoals appels, peren, bosvruchten, mango’s, dadels en vijgen. Maar maak je een vruchtensap met concentraat van de fructose uit het fruit, dan is dat niet meer natuurlijk. Er wordt iets geïsoleerd en uit een product gehaald, en daarna bewerkt. De rest van het product (de voedingsstoffen als vitaminen, mineralen en vezels) zit er dan niet meer bij. Terwijl je al die voedingsstoffen nodig hebt en juist samenwerken. Daarnaast krijg je ook meer suiker binnen dan eigenlijk nodig is. Dit is niet zoals moeder natuur het heeft bedoeld. De term ‘natuurlijk’ is dus erg misleidend.
In welke producten zitten zoetstoffen
Zoetstoffen zitten vaak in producten die suikervrij worden genoemd. Natuurlijk zitten ze ook in de bekende zoetjes voor in de koffie en thee. Het is even wennen, maar koffie en thee zonder suiker of zoetjes is veel beter. Daarnaast zitten zoetstoffen ook in alle light (fris)dranken, zuiveldranken als Optimel, suikervrij snoep (drop, keelsnoepjes en kauwgom), suikervrije chocola en allerlei afvalproducten, maar ook in sommige medicijnen en voedingssupplementen. Wees dus alert en lees de etiketten goed!
De veiligheid van zoetstoffen
Om de veiligheid van zoetstoffen te bepalen, zijn er vele toxicologische onderzoeken gedaan hiernaar. Gezegd wordt dat zoetstoffen veilig zijn voor consumptie bij kleine hoeveelheden (de ADI: Aanvaarbare Dagelijkse Inname), maar in hoeverre kan je onderzoek betrouwbaar achten wanneer het wordt bekostigd door de voedingsindustrie? En waarom worden zoetstoffen veilig geacht? Simpel, omdat er veel geld mee valt te verdienen. Feit blijft dat het nog niet bekend is wat de zoetstoffen op lange termijn met de gezondheid doen en blijft het gebruik ervan een experiment, waarbij je kan kiezen om er wel of niet aan mee te doen. Daarnaast is het ook zo dat sommigen gevoeliger reageren op het gebruik van zoetstoffen dan anderen.
Zes redenen om zoetstoffen te vermijden (of te beperken)
Veilig of niet, toch zijn er een aantal redenen om zoetstoffen te vermijden of in ieder geval te beperken:
- De drang naar en voorkeur voor zoet blijft in stand. Je lichaam verwacht door de zoete smaak dat er suiker in het bloed zit en dus wordt er insuline aangemaakt (net als bij het eten van suiker). Er is alleen geen suiker in het bloed aanwezig om te verwerken, maar de insuline die is aangemaakt gaat er wel naar op zoek. Hierdoor daalt je bloedsuikerspiegel, waardoor je snel weer zin hebt in iets zoets en de kans op overeten groot is. Je lichaam verwacht suiker/koolhydraten, maar krijgt het niet en raakt niet verzadigd. Wanneer je veel zoetstoffen consumeert, krijgt je lichaam steeds weer hetzelfde probleem voor de kiezen; de hersenen krijgen steeds een seintje dat er weer gegeten moet worden en de lever gaat de suikervoorraden opslaan in plaats van vrijmaken voor energie. Dat kan leiden tot chronische vermoeidheid. Ook zal er op den duur minder insuline worden uitgescheiden, en zal het lichaam ook minder serotonine afscheiden, wat je stemming kan verslechteren en wat kan leiden tot depressiviteit.
- Zoetstoffen kunnen leiden tot een verstoring in het evenwicht tussen de goede en slechte bacteriën in de darmen. Dit kan weer leiden tot een verminderde glucosetolerantie oftewel de pre-diabetische fase (wanneer je lichaam de glucose uit het bloed niet meer goed kan verwerken en gevoelig wordt voor insuline) en de nodige gevolgen van dien, zoals overgewicht. Als hier niks aan wordt gedaan dan kan dat overgaan in diabetes type 2. Zo kunnen zoetstoffen ook dik maken. Well isn’t that ironic? Mensen gebruiken juist zoetstoffen om af te vallen.
- Bij het afbreken van zoetstoffen vindt er afbraak plaats van vitamines en mineralen. Het lichaam wordt ook nog eens van goede voedingsstoffen beroofd. Ons lichaam is gewoon niet gemaakt om grote hoeveelheden aan zoetstoffen te verwerken.
- Het is niet bekend wat voor een wisselwerking zoetstoffen hebben met andere E-nummers en stoffen in producten bij mensen, maar het kan leiden tot een groter negatief effect, bijvoorbeeld op het zenuwstelsel (verminderde signaaloverdracht tussen cellen, minder groei van zenuwcellen). Zoetstoffen worden vaak in een geheel geconsumeerd; een product met meerdere ingrediënten en zelfs in combinatie met andere producten (denk aan cola en chips). Tot nu toe is er vooral onderzoek gedaan naar de veiligheid van een enkele stof op zichzelf en niet naar een combinatie van verschillende stoffen. Er zijn wel een paar onderzoeken gedaan waarin werd gekeken naar de combinatie van aspartaam met de smaakversterker E621 (msg). Meer onderzoek is alleen nodig.
- Producten waar zoetstoffen in zitten, zijn vaak erg bewerkt. Deze kunnen ervoor zorgen dat je maar blijft dooreten. Vaak gebruiken mensen het excuus: ‘Ach het is toch light, dan kan ik net zo goed de hele zaak leegeten!’ Kortom je eet meer dan je nodig hebt en dat heeft weer allerlei gevolgen voor je gezondheid.
- And last but not least… Je kan prima zonder!
Verschillende soorten zoetstoffen en hun effecten
Welke zoetstoffen zijn er in verschillende producten te vinden? Ze zijn onder te verdelen in intensieve en extensieve zoetstoffen. Intensieve zoetstoffen zijn cyclamaat, aspartaam, acesulfaam-K en sucralose. Deze zoetstoffen zijn zoeter dan suiker, maar bevatten geen of nauwelijks calorieën. Ze kunnen de lever, de hormonale balans in de hersenen en het zenuwstelsel belasten.
- Acesulfaam-K (E950) is een zoete vorm van kaliumzout (de ‘K’ staat dan ook voor het mineraal kalium). Bij het chemisch bereiden van deze zoetstof wordt het (kankerverwekkende) oplosmiddel methyleenchloride gebruikt. Deze gevaarlijke stof kan verschillende klachten geven als hoofdpijn, misselijkheid, depressie, leverschade, nierfalen en wordt er zelfs gezegd dat het kan leiden tot kanker (longtumoren, leukemie). Omdat deze zoetstof in grote hoeveelheden een bittere nasmaak heeft, wordt het vaak gemengd met andere zoetstoffen, zoals aspartaam.
- Aspartaam (E951) is een synthetische zoetstof dat is opgebouwd uit de aminozuren: asparaginezuur en fenylalanine, waaraan een methanolgroep is gekoppeld. Er gaat een heel chemisch proces aan vooraf voordat aspartaam kan worden gevormd. Bij de afbraak van aspartaam in het lichaam ontstaat er een kleine hoeveelheid methanol. Dit kan in het lichaam gaan ophopen, omdat de uitscheiding hiervan langzaam is. In grote hoeveelheden is methanol giftig en wordt het in het lichaam weer omgezet in formaldehyde (zit ook in tabaksrook), wat kankerverwekkend is. Methanol is een neurotoxine en kan de bloed-hersenbarrière doordringen. Dit betekent dat deze stof het zenuwstelsel in kan komen en kan aantasten; het prikkelt zenuwen en wanneer deze overprikkeld raken, beschadigen ze en sterven ze uiteindelijk af. Ook verstoort deze stof de neurotransmitterhuishouding; het verlaagt bijvoorbeeld het serotonineniveau in het lichaam. Aspartaam wordt vaak gebruikt in zoetjes, light frisdranken en zuivelproducten, maar ook in goedkope vitamine bruistabletten.
Er zijn veel discussies rondom aspartaam. Het wordt in bepaalde hoeveelheden veilig geacht (de ADI van aspartaam is 40 mg/kg lichaamsgewicht per dag), maar er worden verschillende klachten genoemd, zoals hoofdpijn / migraine, chronische vermoeidheid, misselijkheid, huiduitslag, verminderde concentratie, depressie, angstaanvallen, hartkloppingen, vetzucht en diabetes. Er wordt zelfs gezegd dat het samenhangt met epilepsie en hersentumoren. In grote hoeveelheden is aspartaam niet veilig, maar in sommige onderzoeken zijn er al bij kleinere hoeveelheden negatieve effecten gevonden (bijvoorbeeld bij 20mg/kg lichaamsgewicht). De Amerikaanse Environmental Protection Agency EPA adviseert om niet meer dan 7,8 mg per dag te nemen. En dat terwijl de FDA (Amerikaanse Food & Drug Administration) aspartaam eerst niet wilde goedkeuren, pas nadat er onder invloed van de politiek een nieuwe FDA commissaris werd aangewezen. Sindsdien zijn er bij de FDA al vele klachten ingediend betreft de negatieve invloed van aspartaam op het lichaam. Deze klachten, zo’n 92, hebben zij in 1995 bekend moeten maken.
Mensen met PKU (phenyl-keton-uria) mogen helemaal geen aspartaam. Zij kunnen fenylalanine niet omzetten in taurine, waardoor er fenylalanine ophoopt in het lichaam en voor nadelige effecten kan zorgen. Daarom staat er altijd op een verpakking waar aspartaam in zit dat het een bron bevat van fenylalanine.
- Cyclamaat (E952) is er in de vorm natriumcyclamaat (het natriumzout van cyclaamzuur) en calciumcyclamaat (het calciumzout van cyclaamzuur). Bij sommige mensen wordt cyclamaat in de darmen omgezet tot cyclohexylamine. Deze stof zit onder meer ook in insecticides, herbicides en weekmakers voor plastic. De stof kan een effect hebben op het centrale zenuwstelsel en kan het leiden tot duizeligheid, maagpijn, misselijkheid, braakneigingen etc. In grote hoeveelheden kan cyclamaat dus schadelijk zijn en daarom is de ADI hiervan 7mg/kg lichaamsgewicht per dag. Er wordt gezegd dat cyclamaat kankerverwekkend is en is daarom in sommige landen verboden, zoals in de VS.
- Sucralose (E955) (ook wel Splenda) wordt verkregen door het chloreren van suiker. Het zijn gechloreerde moleculen (gechloreerde koolwaterstoffen), wat vaak de basis vormt in pesticiden e.d. Bij het verhitten hiervan ontstaan dioxines (giftige stoffen) die in vetten oplosbaar zijn en dus in je lichaam in het vetweefsel worden opgeslagen. Deze zoetstof wordt ook wel in verband gebracht met het onderdrukken van het immuunsysteem en het verstoren van het evenwicht van de darmbacteriën. Dit kan de kans vergroten op het krijgen van ontstekingsziektes in de darmen, zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Ook kan het andere problemen geven, zoals migraine, nier, lever en DNA schade.
Naast de intensieve zoetstoffen zijn er ook extensieve zoetstoffen, zoals sorbitol, xylitol, maltitol, isomalt, mannitol, erythritol en lactitol. Deze zijn half zo zoet of even zoet als suiker en zijn suikeralcoholen (bevat geen alcohol, maar zo heet de chemische groep) of polyolen die op een chemische manier verkregen worden uit suikers als glucose, maltose en lactose. Sommige leveren wel calorieën, maar minder dan suiker. Extensieve zoetstoffen kunnen leiden tot diarree en winderigheid, omdat deze zoetstoffen niet worden opgenomen in de dunne darm en dus onveranderd in de dikke darm terechtkomen. Daar wordt de zoetstof omgezet door bacteriën. Hierbij ontstaan gassen en deze zorgen voor de klachten. Daarnaast trekken polyolen water aan, wat kan leiden tot diarree. Bij bepaalde hoeveelheden hebben deze zoetstoffen dus een laxerend effect. Dit staat vaak ook vermeld op de verpakking van een product met deze zoetstoffen.
- Isomalt (E953) is een synthetische polyol verkregen uit suiker, waarvan de zoetkracht de helft is van suiker. Daarom wordt isomalt vaak gecombineerd met een andere zoetstof, zoals sucralose. Deze zoetstof kan leiden tot klachten als misselijkheid en diarree.
- Maltitol (E965) vind je vooral in suikervrije chocolade, drop en ander suikervrije snoep. Het is een synthetische stof dat verkregen wordt uit moutsuiker (van (GMO) mais of tarwe). Klachten als misselijkheid en diarree kunnen bij een gebruik van 25-30 gram voorkomen. Wanneer je gevoelige darmen hebt, kan je echter bij 5 gram al last krijgen van winderigheid en diarree. Vind hier een aantal “smakelijke” reviews over de suikervrije gummi bears van Haribo.
- Lactitol (E966) wordt verkregen uit melksuiker en wordt ook wel gebruikt als laxeermiddel (Importal). Het houdt water vast in de darmen, waardoor de inhoud van de darmen langzaam zachter en groter wordt. Ook stimuleert het de peristaltische beweging van de darmen en kan het tot misselijkheid leiden.
- Mannitol (E421) wordt gebruikt als zoetstof, antiklontermiddel en vulstof. Het geeft een betere structuur aan bepaalde voedingsmiddelen en voorkomt het uitdrogen ervan. Het wordt verkregen uit planten, zoals zeewier. Bij ongeveer 15 gram kan mannitol een laxerend effect hebben. Gevoelige mensen kunnen bij een kleinere hoeveelheid al klachten ervaren. Deze zoetstof veroorzaakt zuurheid, uitdroging, nierproblemen, misselijkheid en flauwvallen. Het zorgt ervoor dat er meer vocht uit het lichaam wordt onttrokken door de nieren.
- Sorbitol (E420) wordt verkregen door een enzymatische bewerking van glucose. Hierbij wordt een deel van het molecuul vervangen door een alcoholgroep (suikeralcohol). Deze zoetstof heeft in grote hoeveelheden een laxerend effect. Bepaalde soorten fruit bevatten een hoge concentratie sorbitol, zoals pruimen, kersen, appels en peren. Vandaar dat deze soorten fruit laxerend kunnen werken. Sorbitol wordt ook vaak in tandpasta en cosmetica gebruikt vanwege de vochtvasthoudende werking, en ook als glansmiddel.
- Xylitol (E967) is geen lichaamsvreemde stof en komt van nature voor in verschillende soorten fruit en groente. Het wordt verkregen uit berkenbomen, maisstengels en tarwestro. Deze zoetstof is ongeveer net zo zoet als suiker. De meningen over xylitol ten behoeve van de gezondheid zijn zeer verdeeld. Xylitol heeft een positieve werking op het gebit. Het doodt de bacteriën in de mond en voorkomt zo tandbederf. Daarom wordt het vaak gebruikt in tandpasta en kauwgom. Daarnaast kan het helpen bij klachten van de schimmel Candida Albicans (in de mond). Aan de andere kant wordt er gezegd dat xylitol kankerverwekkend is en kan leiden tot misselijkheid, nierstenen, flauwvallen etc. In grote hoeveelheden kan het laxerend werken.
- Sukrin of erythritol (E968) wordt gemaakt door het fermenteren, drogen, filteren en zuiveren van glucose uit mais. Deze zoetstof zit in kleine hoeveelheden in fruit, wijn en kaas. Het is caloriearm en gemakkelijk te verteren. Het wordt voor een groot deel opgenomen in de dunne darm en komt niet in de dikke darm terecht. Hierdoor zijn er geen vervelende klachten als winderigheid en diarree. Het is minder zoet dan suiker, dus je gebruikt er in verhouding meer van. Het lijkt dus een ideaal zoetmiddel, maar het blijft een zoetstof (je lichaam verwacht suiker, maar krijgt het niet dus de drang naar suiker blijft bestaan) en een onnatuurlijk en geraffineerd product zonder voedingsstoffen.
Andere zoetmiddelen
- Vandaag de dag is stevia (E960) in populariteit aan het stijgen en wordt het steeds meer gebruikt in producten. Deze zoetstof werd al langer gebruikt in Japan, China, Amerika, Australië en Rusland, maar in Europa is het pas sinds november 2011 goedgekeurd als zoetstof. Vooral omdat de suikerindustrie dit vanwege financiële belangen voor lange tijd heeft weten te voorkomen. Nu hebben ze er profijt van weten te maken door producten op de markt te brengen met stevia. Stevia wordt verkregen uit de bladeren van de Stevia rebaudiana Bertoni plant en deze bladeren zijn zeer zoet (de glycosiden), waardoor je er niet veel van nodig hebt. De steviaplant is daarnaast ook rijk aan verschillende voedingsstoffen als vezels, bepaalde vitaminen (A, B & C) en mineralen (calcium, ijzer, magnesium, kalium, selenium en chroom), en het bevat weinig koolhydraten en calorieën. Het wordt gepromoot met een aantal positieve effecten, zoals een regulerend effect op de bloedsuikerspiegel, een verminderd hongergevoel, geen voedingsbodem voor candida, geen overgewicht en het is niet slecht voor je tanden. Het enige probleem is dat de stevia die tegenwoordig in producten zit zeer bewerkt is. Om de stevioglucoside uit de bladeren te halen, is er een heel chemisch proces nodig. Deze stevia is dus niet meer natuurlijk en wellicht gaan hierdoor de positieve eigenschappen ervan verloren. Ook is het nog niet bekend wat voor een effect dit heeft voor het lichaam op de lange termijn.
Consumenten worden erg misleid wat betreft stevia. Producenten claimen dat producten natuurlijk gezoet zijn met stevia, echter is er weinig natuurlijks aan de bewerkte stevia die gebruikt wordt. Daarnaast is stevia vaak niet de enige zoetstof die in een product wordt gebruikt. Stevia kan een bittere nasmaak geven, waardoor het vaak gemengd wordt met een andere zoetstof of suiker. Een ander misleidend product is de stevia van Natrena met 97% maltodextrine. Omdat stevia zo zoet is en er weinig van nodig is, wordt er een bulkmiddel (in dit geval maltodextrine) aan toegevoegd. Maar op de verpakking staat dat het stevia is. Daarom won dit product het Gouden Windei van Foodwatch.
Tip: je kan het beste je eigen steviaplant (honingkruid) kopen, wat te koop is in vele tuincentra. De zoete blaadjes kan je direct verwerken. Een andere optie is gedroogde steviabladeren (dit is zoeter dan de verse bladeren). Je kan de bladeren zelf drogen of gedroogd en gemalen kopen.
- Tagatose of tagatesse wordt verkregen uit lactose (melksuiker). Hier gaat een heel chemisch proces aan vooraf. De lactose uit melk wordt gesplitst in galactose en glucose, waarna de galactose wordt omgezet in D-tagatose met behulp van het enzym arabinose-isomerase (een enzym dat gemaakt wordt met genetisch gemanipuleerde bacteriën). Na een laatste zuiveringsproces wordt het eindproduct tagatose gevormd. Deze zoetstof wordt gepromoot als een natuurlijke zoetmiddel, omdat kleine hoeveelheden hiervan ook voorkomen in bepaalde zuivel- en fruitsoorten. Juist ja kleine hoeveelheden. Daarbij zit het er van nature in en bevat het ook andere goede voedingsstoffen. Het is niet zwaar bewerkt, zoals de zoetstof die kant-en-klaar verkrijgbaar is. Door alle chemische bewerkingen is het niet aan te raden om tagatose te nuttigen. Ook kan het zorgen voor een hoge bloeddruk, beroertes en een hoge urinezuurspiegel (wat kan leiden tot jicht).
- Bij vruchtensuiker (fructose) zal je vast denken dat deze gewonnen wordt uit fruit. Dat is echter niet zo. Vruchtensuiker wordt meestal verkregen uit mais of aardappelzetmeel en is sterk bewerkt. Het heeft geen nadelige invloed op de bloedsuikerspiegel, maar moet wel door de lever verwerkt worden. In de lever wordt fructose omgezet in vet. Een teveel aan fructose belast de lever en kan leiden tot leververvetting en overgewicht.
- Moutstropen worden verkregen uit volle granen. Zo heb je gerstemoutstroop, rijststroop, tarwestroop, speltstroop en maismoutstroop. Hieraan worden water en enzymen toegevoegd en vervolgens gekookt tot het een stroperig geheel vormt. De voedingsstoffen die hier van oorsprong in zitten, blijven behouden. Dat is in ieder geval een voordeel ten opzichte van geraffineerde suiker en zoetstoffen. Moutstropen zijn alleen minder zoet dan geraffineerde suiker en dus is er meer van nodig om dezelfde zoete smaak te krijgen. Deze stropen worden ook snel in het bloed opgenomen en dit zorgt voor een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel. Een ander nadeel is dat je het enzym maltase nodig hebt om de maltose die erin zit, af te kunnen breken (maltose bestaat uit twee glucose moleculen) en bij veel mensen wordt dit enzym beperkt aangemaakt. Hierdoor kunnen mensen last krijgen van spijsverteringsklachten.
Conclusie
Zoetstoffen zijn misschien niet een directe oorzaak van bepaalde ziektes, maar kunnen wellicht wel een handje mee helpen in het proces. Desalniettemin is het niet bekend wat ze op de lange termijn met het lichaam doen en daar is nog meer onderzoek voor nodig.
Hoewel dat dus nog niet bekend is, waarom zou je mee doen aan dit experiment? Zoetstoffen hebben voor het lichaam geen voordelen, alleen de voedingsindustrie kent voordelen aan de zoetstoffen, omdat het goedkoop geproduceerd kan worden en geld in het laatje brengt. Het is niet meer dan een chemische cocktail van geïsoleerde en bewerkte stoffen. Eet liever zo puur en onbewerkt mogelijk. Luister naar je eigen lichaam en voel zelf wat voor effect je ervaart na het consumeren van zoetstoffen, tenminste als je het aandurft 😉
Wat zijn dan “goede” zoetmiddelen?
Het beste is natuurlijk om te wennen aan minder zoet! Dat is niet onmogelijk, het heeft gewoon even tijd nodig. Vanaf onze babytijd zijn we al volgestopt met suiker, waardoor we hebben aangeleerd om erg te houden van die zoete smaak en zo zijn we daaraan een beetje verslaafd geraakt. En om die verslaving te ontwikkelen, heeft dat aardig wat jaren gekost. Verwacht dan ook niet dat je snel zal afkicken van suiker. Afleren zal met vallen en opstaan gaan.
Toch blijven er natuurlijk momenten waarop je graag iets zoets wilt maken, zoals op een verjaardag of met de feestdagen. Wat kan je dan het beste gebruiken?
- Fruit & gedroogd fruit (het gehele product waar alle voedingsstoffen nog in zitten)
- Honing van goede kwaliteit
- Kokosbloesemsuiker (dit bevat nog de nodige vitamines en mineralen)
- Yaconsiroop
- Groene stevia (bladeren of gemalen poeder van de bladeren)
Voor alle zoetmiddelen geldt met mate! Andere alternatieven zijn verse vanille en Ceylon kaneel.
Bronnen:
* Zonder suiker – Anne Marie Reuzenaar
* Wat zit er in uw eten? – Corinne Gouget
* Onderzoeken van GreenMedInfo
* www.food-info.net voor de omschrijvingen van de verschillende zoetstoffen
Foto’s: zoetstoffen, thee, stevia, lightproducten, honing, fruit
Volg mij